blogs en interviews
Laatst gewijzigd op: 27 augustus 2018 | Geschreven door: buromiddeldorp

De COR van Eneco & het enquêterecht

Tijdens de zomer is vaak weinig nieuws te melden omdat velen op vakantie zijn. Zo niet bij energiebedrijf Eneco waar het geschil tussen de COR, het bestuur en in het bijzonder de commissarissen tot een climax komt. Hoezo komkommertijd?

Al enige tijd liggen deze partijen met elkaar in de clinch. Mediaton wordt tevergeefs ingezet. Gemoederen lopen zo hoog op dat de COR aan de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam (OK) verzoekt een onderzoek te starten naar het beleid en de gang van zaken van Eneco. Ook verzoekt de COR bij wijze van onmiddellijke voorzieningen drie commissarissen te schorsen en twee andere commissarissen te benoemen.

Het onderzoek is volgens de COR nodig omdat aandeelhouders het vertrouwen in de Raad van commissarissen (RvC) willen opzeggen. Ook het handelen van de RvC bij het mediationtraject en het besluit tot vroegtijdig vertrek van de bestuursvoorzitter moeten worden onderzocht. Op 18 juli 2018 doet de OK uitspraak en gelast het onderzoek, schorst de RvC-voorzitter en benoemt een tijdelijke voorzitter.

De COR van Eneco maakt gebruik van het enquêterecht. Een recht dat de COR volgens de WOR niet heeft, maar door de (vervolgens opgestapte) bestuursvoorzitter aan de COR wordt toegekend. Door het enquêterecht kunnen belanghebbenden, zoals aandeelhouders of vakbonden, de OK vragen een onderzoek in te stellen naar het beleid en gang van zaken binnen de onderneming als er reden is om te twijfelen aan de juistheid daarvan.

De OR heeft géén wettelijk enquêterecht maar kan wel een bovenwettelijk enquêterecht worden toegekend – zoals bij de COR van Eneco gebeurde. Dit kan door het sluiten van een art. 32 WOR-overeenkomst met de ondernemer of door het enquêterecht vast te leggen in de statuten.

Een enquêteprocedure kan ingrijpende gevolgen hebben. De OK kan direct ingrijpen door een onderzoek naar het beleid en gang van zaken te gelasten als er gegronde redenen zijn om aan juist beleid te twijfelen. Is sprake van wanbeleid dan kan de OK voorzieningen treffen, zoals het schorsen of vernietigen van besluiten van aandeelhoudersvergadering, bestuur of RvC; schorsing, ontslag of tijdelijk aanstellen van bestuurders/commissarissen; of tijdelijk afwijken van statutaire bepalingen.

Er is al geruime tijd discussie over de noodzaak van een wettelijke enquêterecht van de OR. De OR heeft nu al een aantal rechten en actiemogelijkheden om op te komen tegen besluiten die ten grondslag liggen aan beleid(swijzigingen). Denk aan advies- en instemmingsrecht. De OR kan ook naar de rechter gaan als de ondernemer zijn verplichtingen niet nakomt. Maar de OR heeft geen advies- of instemmingsrecht over voorgenomen beleidswijzigingen.

Als een OR zich afvraagt of het gevoerde beleid wel in het belang is van de onderneming, dan kan de OR weinig anders dan hierover met de bestuurder in gesprek gaan. Als de bestuurder er voor open staat om de OR het enquêterecht toe te kennen, dan verruimt dit in ieder geval de mogelijkheden van de OR om ondernemingsbeleid te beïnvloeden.

Voor de volledigheid: ook al heeft de OR geen wettelijk enquêterecht, de belangen van werknemers bij het ondernemingsbeleid worden wel gedekt door het enquêterecht voor vakorganisaties. Voordat een vakorganisatie een enquêteprocedure opstart, moet de OR bovendien om zijn mening hierover worden gevraagd. Als een andere belanghebbende, zoals een aandeelhouder, een enquêteverzoek indient, kan de OR opkomen (‘meedoen’) in de lopende enquêteprocedure. Door gebruik te maken van deze opties kan de OR de eigen belangen en gezichtspunten naar voren brengen in een enquêteprocedure.

Slotsom: het enquêterecht is ingrijpend en ligt bovendien niet voor het grijpen voor de OR. Een light variant van het enquêterecht is de algemene geschillenregeling van artikel 36 WOR. De algemene geschillenregeling biedt de mogelijkheid de rechter te vragen te bepalen dat de bestuurder de WOR moet naleven.

Maar daarover in de volgende blog meer.

Karolina Dorenbos

In een serie van blogs belicht mr. Karolina Dorenbos, advocaat bij Human scale law, aan de hand van de actualiteit wettelijke en bovenwettelijke rechten en acties van de ondernemingsraad. Als voormalig toegevoegd lid van de Centrale Ondernemingsraad van ABN Amro ten tijde van de overname van de bank in 2007, heeft Karolina unieke kennis en ervaring die zij inzet om ondernemingsraden en ondernemers bij te staan.