Checklists
Laatst gewijzigd op: 17 maart 2020

Checklist recht op vrijstelling

Als lid van de ondernemingsraad heeft u recht op vrijstelling. Dat wil zeggen dat u tijdens werktijd en met behoud van loon de OR-werkzaamheden kunt verrichten. In onderstaande checklist bespreken we de belangrijkste punten om op te letten bij het vaststellen van deze vrijstelling.

Uren in overleg

Artikel 18 van de Wet op ondernemingsraden (WOR) bepaalt dat de ondernemer en de ondernemingsraad het aantal vrijgestelde uren in overleg vaststellen, met als uitgangspunt dat de leden voldoende tijd krijgen hun OR-werk goed uit te voeren. Hoeveel uur OR-leden per jaar zijn vrijgesteld verschilt per organisatie en opzet van de OR. De WOR noemt een minimum van 60 uur per jaar, exclusief vergadertijd. Dat is omgerekend zeven en een halve werkdag waarin u zich kunt verdiepen in de organisatie. In sommige cao’s staat een hoger aantal uren genoemd.

Vergadertijd

De ondernemingsraad en commissies bepalen zelf hoe vaak en hoe lang zij zelf vergaderen. Daarnaast zijn er de zogenaamde overlegvergaderingen met de bestuurder. De WOR schrijft voor dat er minimaal twee keer per jaar zo’n overleg met de bestuurder moet plaatsvinden over de algemene gang van zaken in de onderneming (artikel 24) . Meestal zijn er echter zes tot toen overlegvergaderingen. Alle vergadertijd geldt als werktijd (inclusief de voorbereiding en verslaglegging) en komt bovenop het minimum van 60 uur per jaar. Kijk daarbij goed naar de verschillende functies: in aanloop naar een verandering maken de voorzitter en secretaris bijvoorbeeld meer uren dan anderen.

Parttimers

De bestuurder mag geen verschil maken tussen OR-leden met een vaste of tijdelijke aanstelling of OR-leden met een fulltime of parttime aanstelling. Dat betekent dat leden die parttime werken evenveel uur vrijstelling krijgen als de fulltime medewerkers in de OR. Het gaat niet om relatieve tijd, dus geen percentage van de werkfactor, maar om absolute aantallen uren.

Scholingsdagen

Naast een vrijstelling voor vergaderingen en overige OR-werkzaamheden hebben OR-leden ook recht op minimaal vijf scholingsdagen per jaar. Commissieleden hebben recht op drie dagen scholing. OR-leden die ook lid zijn van een commissie hebben recht op acht dagen. Omdat nieuwe OR-leden vooral in het begin behoefte hebben aan scholing, kunnen zij (in overleg) ervoor kiezen in hun eerste jaar wat meer scholingsdagen op te nemen en in het tweede jaar wat minder.

Brief aan bestuurder

Breng uw bestuurder tijdig op de hoogte van de uren die de OR-leden en de leden van de verschillende commissies nodig denken te hebben. Maak daarin onderscheid tussen de vrijstellingsuren van de verschillende functies en zorg voor een goede onderbouwing. Zo kan uw leidinggevende hier rekening mee houden. Met deze voorbeeldbrief helpen we u alvast op weg.