Checklists
Laatst gewijzigd op: 30 juli 2019

OR-commissies

Het instellen van OR-commissies kan de efficiëntie van de medezeggenschap vergroten: een aantal leden van de ondernemingsraad, maar ook niet-OR-leden, kunnen zich specialiseren in een bepaald thema, zodat niet alle OR-leden zich met alle onderwerpen bezig hoeven te houden. Een commissie van de OR is te zien als een officiële werk- of projectgroep rond een bepaald thema. Als de commissie een onderwerp heeft uitgewerkt, komt het meestal in de OR ter afhandeling. De commissie bereidt een standpunt voor ten behoeve van de OR, die het uiteindelijke besluit neemt. Het kan ook anders. Dan moet de OR een deel van haar wettelijke bevoegdheden overdragen aan de commissie.

Soorten commissies

De Wet op de ondernemingsraden (WOR) onderscheidt in Artikel 15 drie soorten OR-commissies die de OR voor de vervulling van zijn taak kan instellen:

  • Vaste commissies (conform Artikel 15, lid 2) rond veelbesproken thema’s, denk aan financiën, arbo of sociaal beleid;
  • Voorbereidingscommissies (conform Artikel 15, lid 4), die meestal eenmalige, complexe projecten voor een OR voorbereiden, zoals een verhuizing of een nieuwe pensioenregeling;
  • Onderdeelcommissies (conform Artikel 15, lid 3). Dit zijn geen werkgroepen, zoals de twee bovenstaande, maar in de praktijk veeleer een soort eigen OR voor een apart onderdeel van de organisatie met een eigen locatiedirecteur. De onderdeelcommissie (OC) komt in een andere checklist aan bod.

Veel voorkomend is de arbocommissie en de Commissie Sociaal Beleid. Daarnaast stellen veel OR’en zelfbenoemde, meestal tijdelijke, projectgroepen of werkgroepen in. Dit zijn geen officiële commissies, maar groepen van OR-leden en interne deskundigen rond een bepaald thema, die ophouden te bestaan als dit specifieke onderwerp is besproken en uitgewerkt.

Commissieleden

Voor vaste commissies geldt de regel dat de meerderheid van de commissieleden tevens lid moeten zijn van de OR. Er is dus ruimte voor de inbreng van eigen collega’s die niet lid zijn van de OR. Voor voorbereidingscommissies geldt een minimum van één OR-lid, de overigen zijn vaak andere deskundige medewerkers. Door in een commissie zo veel mogelijk ‘buitenstaanders’ op te nemen betrekt u uw achterban meer bij de medezeggenschap en is de binding tussen de werkvloer en de OR groter.

Zoek voor uw commissie mensen die wat kunnen toevoegen. Vraag bijvoorbeeld eens een collega van de financiële afdeling om de plannen financieel beter te kunnen toetsen.

Afstemming OR-commissie en OR

Als de OR-commissie een vooral voorbereidende taak heeft, bijvoorbeeld rond standpuntbepaling of het maken van conceptadviezen en instemmingsbesluiten, dan is het van belang dat het vergaderschema van de commissie nauw aansluit op de vergaderplanning en de werkwijze van de OR zelf. Als de OR bepaalde bevoegdheden heeft overgedragen aan een vaste OR-commissie, zoals het voeren van overleg, het advies- of instemmingsrecht, dan is deze nauwe koppeling minder van belang. In dat geval fungeert de vaste commissie als een zelfstandige gesprekspartner van bijvoorbeeld de bestuurder of de afdeling P&O. Mocht een OR dat te ver gaan, dan kan de ondernemingsraad altijd besluiten een onderwerp alsnog zelf af te handelen en zelf instemming te verlenen.

Instellingsbesluit of conceptplan

Wettelijk gezien neemt de ondernemingsraad het besluit tot de instelling van een commissie, maar formeel moet de bestuurder met de instelling instemmen. In de praktijk legt elke OR die een commissie wil instellen daarom een plan voor aan de bestuurder. In dit plan vermeldt de OR de taak, samenstelling en werkwijze van de OR-commissie. Ook geeft de OR – in het geval van een vaste commissie – aan of, en zo ja welke, wettelijke bevoegdheden van de OR worden overgedragen aan de commissie. In plaats van een plan kan de OR ook direct een concept van het eigen instellingsbesluit maken, waarin ook al deze onderdelen worden benoemd. De meeste bestuurders hebben weinig problemen met de instelling van OR-commissies, zodra ze overtuigd zijn van nut en noodzaak.

Bezwaar en beroep

Mocht een bestuurder bezwaar hebben tegen de instelling van een OR-commissie, dan is het altijd goed om met de bestuurder te overleggen over het instellingsbesluit of conceptplan en te vragen naar de redenen van bezwaar. Dat betekent overigens niet dat de instelling van de commissie per se van de baan is. De OR kan het plan namelijk voorleggen aan de sectorale bedrijfscommissie. Die zijn speciaal in het leven geroepen voor bemiddeling en advies bij conflicten. Komt men er dan nog niet uit dan kan de ondernemingsraad zich tot de kantonrechter wenden voor een beslissing. De OR kan als alternatief ook nog voor kiezen een niet officiële werk- of projectgroep in te stellen, die het voorbereidende werk voor de OR op zich neemt.