Faq's
Laatst gewijzigd op: 27 mei 2021 | Geschreven door: Wander de Groot
Cameratoezicht

De OR stemt in met cameratoezicht in de organisatie. Kan de bestuurder dit nu herhalen zonder opnieuw om instemming te vragen?

Wil uw bestuurder een regeling invoeren of wijzigen omtrent cameratoezicht? Dan zal hij dit besluit eerst ter instemming aan de ondernemingsraad moeten voorleggen, aldus artikel 27 lid 1 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). De OR hoeft maar eenmalig in te stemmen met deze regeling. Zolang er vervolgens binnen de kaders dit, mee ingestemde, camerabeleid wordt gehandeld, hoeft de OR niet steeds opnieuw geraadpleegd te worden.

Wijzigen regeling?

Wijzigt de regeling? Dan heeft de OR uiteraard weer instemmingsrecht. Ook regels rondom het heimelijk plaatsen van camera’s kunnen opgenomen worden in dit beleid. Echter, het heimelijk filmen van personeel kan niet zomaar. Uw bestuurder moet hierbij rekening houden met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Zo moet er een specifieke aanleiding voor zijn, dienen er eerst minder privacygevoelige maatregelen genomen worden én is het heimelijk filmen situatie gebonden en tijdelijk van aard. In de praktijk komt het daarom vaak voor dat dit soort camera-inzet toch afwijkt van de bestaande regeling en dus alsnog voorgelegd moet worden aan de OR. Zolang de bestuurder binnen de kaders van dit beleid opereert hoeft geen nieuw instemmingsverzoek te worden gedaan.

Tip! Slimme instemming

Ook kan de OR een herhaaldelijke instemming (of afgezwakte variant daarvan) bij het gebruik van heimelijk cameratoezicht afdwingen via deze huidige instemmingsaanvraag. Zorg ervoor dat de OR alleen instemt met de regeling rondom cameratoezicht als er expliciet in de regeling wordt opgenomen dat de OR op voorhand wordt geraadpleegd wanneer de bestuurder het voornemen heeft van dit middel gebruik te maken.

Wilt u meer weten over privacybeleid en uw rol als OR? Lees dan onze checklist Privacy en de OR.