College: Bijenkorf vrijgesproken van discriminatie bij sollicitatie

Een man solliciteerde voor een verkoopfunctie bij de Bijenkorf eerst onder zijn eigen, Arabische naam. Hij werd hij niet uitgenodigd voor gesprek. De tweede keer solliciteerde hij onder een Nederlands klinkende naam en toen mocht hij wel op gesprek. Toch is er geen sprake van discriminatie, oordeelde het College voor de rechten van de Mens op 25 februari.

Casus

De kandidaat solliciteerde eerst met zijn eigen Arabische achternaam op een vacature voor verkoper. De Bijenkorf wees de sollicitant af. Even later solliciteerde de man opnieuw bij een volgende, vergelijkbare verkoopfunctie, dit keer onder een andere, Nederlands klinkende achternaam en met andere contactgegevens. Ook liet hij de beheersing van de Arabische taal op zijn CV weg. Deze keer werd hij wel uitgenodigd voor een gesprek. De man voelde zich gediscrimineerd, vroeg om uitleg tijdens het gesprek en stapte uiteindelijk naar het College voor de Rechten van de Mens.

Discriminatie

De Bijenkorf ontkende de klacht over discriminatie. Het zou indruisen tegen hun eigen diversiteitsbeleid. De sollicitant was de eerste keer niet, maar de tweede keer alsnog uitgenodigd, omdat het bij de tweede vacature om ander werk ging: vakantiewerk met lagere kwalificaties. Bovendien kon de Bijenkorf aantonen dat op de eerste vacature een andere sollicitant was aangenomen met ook een Arabische achternaam.

Uitspraak

Het College stelt de Bijenkorf in het gelijk. Er was bij het warenhuis geen sprake van discriminatie, omdat zij haar beleidsbesluit en andere feiten kon onderbouwen met bewijsmateriaal. Wél was de Bijenkorf onzorgvuldig omgegaan met de klacht van de sollicitant en had zij onvoldoende gedaan om deze te onderzoeken. Tot slot had de Bijenkorf slecht gecommuniceerd met de kandidaat over de klacht en het onderzoek en hiermee het vermoeden van discriminatie in de lucht laten hangen.