Nieuws
Publicatiedatum: 6 mei 2020 | Geschreven door: Wander de Groot

Raad van State heeft bedenkingen bij invoering minimumloon per uur

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 1 mei aarzelend geadviseerd over het initiatiefwetsvoorstel van Tweede Kamerlid Gijs van Dijk (PvdA) over een uniform wettelijk minimumloon per uur. Tot nu toe is het minimum (jeugd)loon gekoppeld aan een ‘volledige werkweek’ van vaak 40 uur, maar soms ook 38 of 36 uur per week, afhankelijk per sector en per organisatie. Dat betekent dat het huidige minimumloon per uur dus aanzienlijk verschilt. Het wetsvoorstel wil het minimumloon baseren op 36 uur en navenant hoger als de werkweek langer is.

Dubbel advies

Van Dijk geeft als argument dat veel werknemers met een minimumloon alsnog tegen de armoedegrens verkeren en er op deze manier financiële vooruitgang komt voor deze groep. Ook zou het bij werknemers die 38 of 40 uur werken ervoor zorgen dat zij minder uren kunnen gaan werken en hiermee ruimte vrij te maken voor meer tijd met het gezin. Hoewel de Raad van State begrip heeft voor de uniformering van het uurtarief, betwijfelt ze of het ook bijdraagt aan de armoedebestrijding. Volgens de Raad zijn er juist veel mensen die onder de armoedegrens leven die door het jaar heen minder dan 36 uur werken, seizoenswerk doen of zelfstandige zijn. Daarnaast mist de Raad een doorrekening van de kosteneffecten voor werkgevers en de effecten op de koppeling met uitkeringen.

Aanzienlijke loonstijging

Als het wetsvoorstel zou worden aangenomen, betekent dit een aanzienlijke loonstijging voor werknemers met het minimumloon die een werkweek van meer dan 36 uur hebben. Bij een werkweek van 38 uur is dat bruto 5,55%, bij 40 uur is dat 11,1%. Ook de onderste loonschalen van het loongebouw van veel organisaties zullen daardoor verhoogd moeten worden. Die zijn vaak gekoppeld aan het minimumloon.

Wat als het minimum(jeugd)loon voortaan wordt gebaseerd op 36 uur?
Leeftijd Bij 36 uur Bij 38 uur Bij 40 uur
15 jaar € 504,00 € 532,00 € 560,00
16 jaar € 579,60 € 611,80 € 644,00
17 jaar € 663,60 € 700,47 € 737,33
18 jaar € 840,00 € 886,67 € 933,33
19 jaar € 1.008,00 € 1.064,00 € 1.120,00
20 jaar € 1.344,00 € 1.418,67 € 1.493,33
21 jaar en ouder € 1.680,00 € 1.773,33 € 1.866,67
Bedragen zijn bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en
berekend op basis van het beoogde minimumloon per 1 juli 2020